Miss. Bardot

donderdag, augustus 16, 2007

Envois

Tu, macusses toujours de "délirer"
et tu sais bien ce que ça veut dire, hélas, dans notre code
jamais
je n'ai tant déliré

je perds la voix à t'appeler, parle-moi, dis-moi
la vérité


(Derrida 1980: 22)

maandag, augustus 06, 2007

Een dag in Augustus

De laatste tijd heb ik zo een beetje overal en nergens gewoond. Deze maand heb ik een kamer in Wilrijk, naast het kerkhof waar mijn grootmoeder vorig jaar werd begraven. Ik had even nood aan rust en stilte. De doden als buren hebben, was dus de ideale oplossing. Ook de studentenkamers liggen er tijdens de zomer vreedzaam bij. Toch is er ook leven in de buurt. Als ik door de raam kijk zie ik een nestje in de aangrenzende boom. Dit nestje wordt bewoond door een koppel tortelduifjes en hun kleine jong dat tsjilpt om eten. Als de stilte net iets te benouwd wordt, dan nemen deze duifjes de eenzaamheid weg.

Op wandelafstand is het moeilijk om een bakker en beehouwer te vinden, laat staan een kruidenier. Gelukkig rijdt de Lijn tot in de eenzaamste straatjes, en kan ik met de bus naar de GB. In de GB waar ik ga, werkt een Congolees meisje bij de kaas-, en fijnevleeswaren toog. Bij haar bestel ik dan drie sneetjes Brugse belegen, en honderd gram Antwerpse ringworst.

(Dit doet me er aan denken: Vorige week was ik nog in Brussel. Ik en Flip hadden besloten om een dag vakantie te nemen. We kochten een videocamera van Sony, gingen lekker uiteten en maakten filmpjes in het park. Om de dag af te sluiten wilden we een Brusselse wafel eten met alles er op en er aan. We zakten af naar toeristenbrussel (zoals wij het gebied rond de grote markt noemen.) Nergens kon je Brusselse wafels vinden, alleen maar Luikse. Hoe was het mogelijk dat je in Brussel geen echte Brusselse Wafels kon vinden? Ik moest en zou een échte Brusselse willen want die Luikse liggen te zwaar op de maag. Uiteindelijk, na lang zoeken vonden we naast manneken pis, een kraampje met Brusselse wafels. De Belgische specialteit werd er door twee Congolese meisjes gemaakt. Ik had een wafel met slagroom en stukjes banaan gekozen. Eén van de meisjes vroeg ons of er nog chocoladesaus op moest, ik knikte ja. Ze had er een klein kunstwerk van gemaakt: twee volledige bananen in nette schijfjes, twee gigantische totsen slagroom, overgoten met chocolade. Aan hetzelfde kraampje stonden ook een aantal Amerikaanse toeristen. Door hun opdringerigheid was de Congolese vergten mijn geld aan te nemen. Met een smakelijke bon apétit van de andere congolese vertrokken we. Hmm lekker. Een heerlijk samengaan van België (wafels) en Congo (bananen), mooi toch? Maar later op de avond lag er iets op mijn maag. Was het de wafel? of was het omdat we niet hadden betaald?)

Hier op de studentenkamers houden ze grote 'zomerschoonmaak', net voor het nieuwe academiejaar begint. Toen ik vanmorgen opstond zag ik een Congolees de gang poetsen. ik groette hem vriendelijk. Niet zo lang daarna besloot ik mijn afwas te doen (ik had de spullen van de avond ervoor laten staan). Toen ik de keuken binnenkwam zag ik een congolese vrouw de vloer poetsen. De man was bezig mijn afwas te doen. Ik verschoot en excuseerde me. 'Sorry, dit is mijn afwas, jij moet die niet doen. Hij lachte zijn witte tanden bloot. 'Het is niet erg, ik maak de keuken gewoon proper'. Ik had mijn bord van het ontbijt nog vast. Hij vroeg of hij het mocht hebben, dan zou hij het ineens mee afwassen. Ik weigerde, en excuseerde me nogmaals, waarop hij al lachen de vaat uit mijn handen trok, en het verder afwastte.
Rood van schaamte liep ik de keuken buiten en dacht bij mezelf: 'Ik ben toch geen Belgisch Prinsesje dat bedient moet worden door haar Congolese onderdaan'

Maar later die dag zag ik een manier om het goed te maken. En dit toen ik op de bus zat op weg naar de bibliotheek, waar ik research zou doen over het gedicht 'Visio Tondalis' van Claus. Een Congelese vrouw met een kinderwagen wilde opstappen. Zoals vaak, was ik de enige die, als er iemand met kinderwagen opstapte, mee hielp. Heel blij lachte ze naar me. De glunderende oogjes van het kleine zwarte kindje maakten mijn dag goed. Niet zoveel daarna stapte een andere Congolese dame op. Deze keer ging het om een iet wat oudere dame, met verschillende boodschapentassen. Ze nam naast me plaats. Toen ze rechtstond om uit te stappen aan haar halte, zag ik dat ze één van de boodschappentassen was vergeten. Net voor ze uitstapte riep ik nog 'madame! madame c'est a vous?' Ze draaide zich om een knikte. Ik gaf haar de boodschappentas (met nieuwe schoenen). Toen de deuren van de bus toegingen hoorde ik haar nog meerdere malen, 'merci, merci' zeggen.