zondag, augustus 27, 2006
zondag, augustus 13, 2006
Het verhaal ons in de boeien heeft geslaan met een kus
De titel ligt me nog op de tong,
als jouw hart,
de schaduwzijden bladeren als ongeletterde zomerwind tussen de kaft.
En telkens opnieuw vormde een boek, ons nieuw verhaal
op een warme oktoberdag gaf ik je in het park op een bankje,
Mijn dag was gekomen om het verhaal een nieuwe wending te geven
Toch lag het boek er,
maanden ongelezen
het leek alsof het uit was tussen ons
als een verhaal,
alsof een ander leven er met onze epiloog was vandoor gegaan
verdrietig voelde ik me als het boek
dat ik je gaf,
leuk dat je het hebt, om naar te kijken
af en toe neem je het zelfs mee,
maar het blijft ongelezen..
Konden boeken vliegen?
Ik gooide het door het raam,
Drie verdiepingen bleef het vallen
de bladeren wapperden door de ongeletterde zomerwind
kaft kwam los
het boek leefde
voor het eerst voelden de letters de aanraking, al was het van die ongeletterde zomerwind
snel liep ik naar beneden,
raapte het op
raar,
de kaft leek onaangeroerd, nog zo goed als nieuw
maar de bladzijden
droegen één voor een het litteken
van de val
toen bestefte ik dat het goed was om eens te vallen
om terug op de grond te staan
te zien dat ons leven niet altijd een verhaal hoeft te zijn
maar vooral besefte ik,
dat je sommige boeken niet eens hoeft te lezen,
het enkel bij je hebben is voldoende
om het verhaal te kennen
ons verhaal
Pénétrer jusqu'au tréfonds de son âme: ce n'est pas nécessaire
Un homme n'a pas une seule et
même vie; il en a plusieurs mises
bout à bout, et c'est sa misère
Chateaubriand
zaterdag, augustus 05, 2006
vrijdag, augustus 04, 2006
INSOMNIA Part II: Brieven of 'Geschrokken werden we wakker'
Hij bewoog onrustig in de warmte die de kamer vulde. Ik lag op bed. Mijn haren waaiden met de stroom van de ventilator. Het zuchtje wind bracht enige troost in de beklemmende warmte. De hittegolf had de stad in zijn macht, het zette de mensen aan tot denken. Ook hij dacht na, misschien nog wel meer dan anders. Toen hij naast me kwam liggen en ik zijn naakte lichaam naast het mijne voelde, kreeg ik kippenvel. Een doordringend gevoel van benauwdheid overheerste mijn gewaarwording. Ik vroeg hem: “ben je gelukkig?” Getroffen door mijn inzicht keek hij me aan. “Ik weet het niet.” Na al die tijd samen voelde ik wanneer hij triest was. Ik dacht terug aan de woorden die we ooit naar elkaar schreven.
Liefste Philip,
Het is zo koud buiten, de sneeuwvlokjes vallen
en ik bedenk nu dat ik bij je had kunnen zijn, helemaal warm.
Laat ik maar niet te veel dromen, het is misschien goed dat je eventjes een beetje weggaat van elkaar.
Wat ik me al een hele tijd afvraag is of jij wel geniet van het leven? Zijn
de dingen die je drijven de moeite waard? In ons schrijven heb
ik iemand leren kennen die begripvol, oprecht en slim is, maar ook somber.
Weet niet hoe dit komt, maar had vaak het gevoel dat ik je in mijn armen wilde
nemen om je te troosten. Om je alles te doen vergeten. Ik heb dit niet kunnen
plaatsen tot je schreef dat je je in mij wilde verliezen om zo zin te geven
aan het leven. Mag ik je helpen je gedachten te verzetten, mag ik je
troosten?
Liefs,
Je meisje, Monica
Wel heel erg lieve Monica,
Of ik wel geniet van het leven? Toch wel, maar niet vanzelfsprekend.
Het leven heeft geen zin en dat is maar goed ook. Moest het leven zin
hebben, dat zou pas miserie zijn. Het is een dagelijkse uitdaging om
het leven zin te geven en de ene dag lukt dat al wat beter dan de
andere. Soms denk ik dat het gewoon een kwestie van chemie is. In
ieder geval is het een kwestie van je iets wijs te maken en het ene
moment slaag je daar iets beter in dan het andere. Vroeg of later kom
je er toch terug op uit dat het leven geen zin heeft en, zoals ik al
zei, dat is maar goed ook, anders zou het leven pas echt miserie zijn.
La vita e bella, geloof me ... maar niet.
Het verbaast me dat je bovenal het sombere, als een basso profundo,
doorheen het scherzando van mijn schrijven hoort trillen. Beide toonaarden
zijn evenwel onlosmakelijk verbonden, om redenen die ik hierboven heb
aangeduid.
Ha, maar wat een fijne gedachte, lekker in jouw armen. Natuurlijk mag
jij mij troosten, als ik jou tenminste op mijn beurt in onze
zinnelijke wentelingen mag opbeuren met mijn wentelijke zinnen.
Wel vreemd, als we elkaar de volgdende keer zien, is dat de tweede keer ...
heel lieve kus,
Philip
Nu was het alsof ik die droeve muziek opnieuw beleefde. Ik draaide me op mijn zij, keek hem aan. Streelde zacht over zijn wang en kuste hem. Mijn lippen proefden zout van de druppeltjes zweet. Hij glimlachte en nam me in zijn arm. Geborgen legde ik mijn hoofd op zijn borst. We vielen in slaap met het zachte geruis van de ventilator op de achtergrond.